Voorbereiding

  • Materiaal verzamelen: zorg voor een schone werkomgeving. Verzamel alle benodigdheden zoals steriele spuiten, naalden, alcoholdoekjes en een naaldencontainer.
  • Was grondig je handen met water en zeep voordat je begint. Als de handen niet zichtbaar vies zijn dan volstaat het om te reinigen met handenalcohol.
  • Gebruik altijd nieuw, steriel materiaal voor elke injectie. Deel vanzelfsprekend geen injectiemateriaal met anderen. De juiste spullen kan je bij de apotheek kopen, maar het is goedkoper en makkelijker om deze via webshops te bestellen zoals Merkala.
  • Wissel injectieplaatsen af om littekenvorming te minimaliseren. Kies dus steeds voor een verschillende kant en varieer aan dezelfde kant door steeds een net iets andere plek uit te zoeken (met steeds minstens een centimeter tussen injectieplekken).
  • Ampullen zijn soms lastig te openen en je kunt je lelijk snijden als je het niet goed aanpakt. Kijk goed naar waar de blauwe stip op de hals van de ampul zit. Bij het openen van de ampul pak je de kop van de ampul vast met je duim op de blauwe stip en beweeg je de kop weg van de blauwe stip. Dan breekt hij makkelijk open zonder scherven te vormen. Je kunt voor de zekerheid een papiertje om de ampul wikkelen voordat je hem openbreekt of gebruik maken van ampulopeners zoals deze.

Opzuigen van de vloeistof

  • Zorg dat de vloeistof op kamertemperatuur is. Het is sowieso niet nodig om anabole steroïden in de koelkast te bewaren. Gebruik een afgesloten doos om je middelen op kamertemperatuur en in het donker te bewaren.
  • Gebruik een optreknaald (19G of 21G) om de oplossing op te zuigen uit een injectieflacon of ampul. Als je netjes werkt en de rubberen dop van de flacon ontsmet dan kun je er ook voor kiezen om met de injectienaald op te zuigen zodat je niet van naald hoeft te wisselen en er minder vloeistof verloren gaat.
  • Bevestig daarna een injectienaald voor de daadwerkelijke injectie. Welke naald je precies nodig hebt, hangt af van de priklocatie en of je in de spier (intramusculair) of in het buikvet (subcutaan) zal zetten. Dit wordt hieronder toegelicht.
  • Reinig de injectieplaats met een alcoholdoekje (of een gaasje doordrenkt met chloorhexidine of handalcohol) en laat het drogen.

Intramusculaire injectie

  • De beste plekken voor injectie zijn de bil en het dijbeen. Als je zelf injecteert, kies dan liever voor het dijbeen; als iemand anders de injectie zet dan is de bil iets beter. Wij raden af om in de schouder te injecteren vanwege de kans op littekenvorming.
    • Voor de bil teken je een denkbeeldig kruis op de bil. Plaats de naald in het buiten-bovenkwadrant, ongeveer een halve vinger verwijderd vanaf het midden van de bil.
    • Voor het bovenbeen leg je je hand bovenop en precies in het midden van je dijbeen en spreid je de vingers lichtjes. De juiste plaats om te injecteren is ongeveer in de ruimte tussen de middelvinger en de ringvinger.
  • De minimale dikte van de naald is 25G, maar gebruik bij voorkeur een 23G-naald zodat de vloeistof soepeler door de naald heen kan. De lengte van de naald moet 25 mm zijn om goed in de spier te kunnen komen.
  • Injecteer de naald volledig onder een hoek van 90 graden. Het is niet nodig om de zuiger terug te trekken voor het controleren van bloed; als je de juiste plek voor injectie kiest dan is het in principe niet mogelijk dat je een groot bloedvat raakt en het kan juist afleiden als je een kleine druppel bloed terugtrekt.

Subcutane injectie

  • Bij kleine volumes (0,5 ml of minder per injectie) is het goed mogelijk om onderhuids de injectie te zetten. Gebruik hiervoor een 27G-naald van 13 mm lengte. Geschikte plekken zijn vooral de flanken of de zijkanten van de bovenbenen.
  • Pak met de ene hand een brede huidplooi vast en injecteer met de andere hand langzaam onder een hoek van 45 graden de vloeistof in de huid. De naald hoeft niet volledig ingebracht te worden; meestal volstaat het als je hem ongeveer tot de helft inbrengt.

Na afloop

  • Masseer na de injectie zachtjes de plek en gebruik een schone tissue of wattenschijfje om eventueel een druppel bloed weg te deppen.
  • Deponeer gebruikte materialen in een naaldencontainer. Als deze vol is dan kan je deze afgeven bij een afvalstortplaats of bij de apotheek.

Boek een consult